Ik zie hier nogal eens wat je overal ter wereld bij veel allochtonen tegenkomt: de frustratie en boosheid over het feit dat men zich in zijn gastland of nieuwe thuisland nooit echt thuis zal voelen krijgen de overhand over kennis van zaken en een proportionele kijk op de dingen. Alles in het geadopteerde of door omstandigheden opgedrongen nieuwe kinderland ( want een vader- of moederland zal zo'n land voor veel nieuwkomers nooit worden ) lijkt slechter en minder ontwikkeld dan de dingen in het land waar men geboren is.
Ook ik heb veel kritiek op heel veel zaken hier. Bij mij komt die kritiek niet voort uit woede en haat, en maar voor een klein deel uit frustratie ( want: teleurstelling ). Ik ben vooral bezorgd over en betrokken bij veel van wat hier in mijn ogen mis gaat omdat ik ondanks alle gebreken die Israel kent enorm veel van dit land houd. Ik heb er voor de volle honderd procent zelf voor gekozen – ruim voordat ik mijn echtgenote leerde kennen - om hier te wonen.
Er valt genoeg op het Israelische onderwijs aan te merken. Een van de problemen, maar dat is niet typisch Israelisch, is dat het schoolonderwijs vooral op de middenmoot gericht is. Daar is haast niet aan te ontkomen. Toch krijgen zwakkere leerlingen hier voor zover ik weet en kan nagaan ( ik praat hier op basis van de ervaringen met scholen van onze kinderen en van de kinderen van vrienden en familieleden ) vaak goede en intensieve extra begeleiding, een inspanning die relatief gigantisch veel geld kost. Wat ik hier echt geweldig vind dat zijn de hugey ha'ashara ( verrijkingscursussen is niet de juiste vertaling, maar het geeft aardig aan wat ermee bedoeld wordt ) voor de slimmere bovenlaag van de schoolbevolking. Daar krijgen kinderen dingen aangereikt, vaak door studenten van de universiteiten of door gemotiveerde leerkrachten, waar op school geen tijd voor is. Wie dat wil kan zijn kinderen – als die daarvoor in aanmerking komen – naar een bollebozenschool sturen. Mijn vrouw heeft met dat laatste als lerares ervaring gehad en raadt het ten zeerste af, maar dat is een ander verhaal. De systematische manier waarop kinderen voor al die verrijkingsprogramma's worden geselecteerd heb ik in Nederland niet gezien, maar dat is waarschijnlijk vooral omdat ik daar al weer 16 jaar niet gewoond heb, er zelf nooit kinderen gehad heb, en mijn nichtjes – die in Nederland wonen – nog maar nauwelijks op de lagere school zitten.
Ik vind het grappig dat juist hier en juist nu op het Israelische onderwijs wordt afgegeven, terwijl het Nederlandse onderwijssysteem in een gigantische crisis verkeert. PABO-studenten, de toekomstige leraren voor de belangrijkste zes jaren in de schoolcarriere van een kind, kunnen soms nauwelijks lezen, schrijven, en rekenen. Nu moeten die studenten volgens een staatssecretaris ook nog leren dat allochtonen een belangrijke rol in de bevrijding van Europa en Nederland gespeeld zouden hebben ( wat grotendeels klinkklare kolder is, geloof me, ik weet een klein beetje waarover ik praat ). Als je ziet welke middelen er vergelijkingsgewijs in Israel en in Nederland in het onderwijs ( kunnen ) worden geinvesteerd, en je kijkt daarna naar de resultaten, dan komt Israel er echt niet beroerd vanaf. Vergeet één ding niet dat meespeelt in het soort internationale vergelijkingen waar hierover gesproken is: de bevolkingsgroepen met de hoogste geboortecijfers in Israel ( waarvan de kinderen dus een relatief groot deel van de schoolgaande bevolking vormen ) zijn ultra-orthodoxen en bedoeienen. In het haredi onderwijs wordt minder aandacht besteed aan wiskunde dan in seculiere en nationaal-religieuze scholen ( wiskundige vaardigheden staan centraal in de meeste vergelijkende onderzoeken ), en het alfabetisme in bedoeien-gemeenschappen laat ( ook om historische redenen: een traditie die meer mondeling dan schriftelijk is ) helaas zwaar te wensen over.
Een aardige graadmeter als we het over de resultaten van onderwijs hebben is en blijft de Nobel prijs, vooral ook omdat het schoolonderwijs wereldwijd vooral op de middenlaag van de leerlingen gefocust is, waardoor de internationale vergelijkingen vooral iets zeggen over die middenmoot, niet over de uitschieters naar boven en beneden. Biografische gegevens over de Nobelprijswinnaars zijn vrij makkelijk op te zoeken. Je zou ook kunnen kijken naar aantallen patenten en uitvindingen en dat soort dingen in Nederland en Israel, maar over de levensgeschiedenissen van de mensen daarachter is vaak veel minder bekend. Een paar jaar geleden heb ik een artikel geschreven over het opvallende feit dat zoveel Nobelprijswinnaars emigranten ( allochtonen

) of kinderen of nakomelingen van emigranten zijn. Als er nog iets opvalt in de diverse achtergronden van die winnaars is het wel het feit dat zij laten zien dat het niet zozeer uitmaakt welke leef- en leeromstandigheden je krijgt aangeboden, maar dat het belangrijker is wat je zelf uit de jou aangeboden mogelijkheden haalt. Hierin ligt een belangrijke taak voor de ouders.
Als we even de prijzen voor vrede en literatuur weglaten ( de toekenning daarvan is volkomen subjectief, en het winnen ervan zegt weinig over de intellectuele capaciteiten van de winna(a)r(es) of over het onderwijs dat hij/zij genoten heeft ) zien we dat Israeliers sinds 1948 vier Nobel prijzen gewonnen hebben, tegenover negen Nederlanders. Als je nagaat dat Nederland bijna drie keer zoveel inwoners heeft als Israel zou je je toch kunnen afvragen hoe het wat betreft die prijzen met de verhoudingen zit. De Israelische prijswinnaars wonnen hun prijzen allemaal in de laatste zes jaar, de laatste twee Nederlandse prijswinnaars kregen de prijs in 1999. Van de twee Israelische winnaars uit 2004 heeft een zijn hele opleiding vanaf de kleuterschool tot en met zijn promotie in Israel genoten, de ander ( hij kwam na WOII hierheen ) heeft hier vanaf de middelbare school tot en met zijn MD en PhD geleerd en gestudeerd. Dat de andere twee hier niet op jongere leeftijd naar toe kwamen is een rechtstreeks gevolg van de Shoah. Het lijkt me sterk dat zij met een lagere en middelbare opleiding in Israel mindere prestaties zouden hebben geleverd, maar dat is niet meer dan een speculatie. Ik ken een aantal vooraanstaande medische deskundigen en een paar zeer hoge piefen bij enkele van de belangrijkste IT-bedrijven hier in Haifa, zowel Israelische ondernemingen als plaatselijke vestigingen van Amerikaanse giganten. Bijna allemaal hebben zij vanaf hun vierde tot en met hun Master of Doctor titel alleen maar Israelische scholen bezocht.
Het land met verreweg de meeste Nobelprijswinnaars is de Verenigde Staten, dat er in de vergelijkende schoolonderzoeken ( bijv. PISA ) steevast beroerd uit komt. Drie van de landen die in de PISA test altijd goed scoren – Zuid Korea, Finland, en Taiwan – hebben in de laatste zestig jaar alles bij elkaar drie Nobelprijzen gewonnen, waarvan een voor vrede, en de andere twee in 1967 ( een Fin, voor Geneeskunde ) en in 1986 ( een Taiwanees, voor Scheikunde ).
Het laatste veelzeggende feit dat er uit springt als je naar de Nederlandse en Israelische Nobelprijswinnaars kijkt is waar zij na hun promotie en/of het winnen van hun prijs ( bleven ) werken. Van de negen Nederlanders bleven er slechts vier in eigen land, de anderen gingen naar of bleven in Amerika ( 3 ), Engeland, of Duitsland. Van de vier Israeliers wonen en werken er nog drie full-time in Israel, de vierde verblijft voornamelijk in de VS, al is hij ook nog een fellow aan de Hebreeuwse Universiteit hier in Jeruzalem. Dit zegt iets over het niveau van het wetenschappelijke onderwijs in Nederland, Israel, en de andere genoemde landen.
Ik heb het nu nog niet eens gehad over de vloed van taalfouten in het Nederlands die je in kranten ( in papieren vorm en online), op online fora, in boeken en officiele stukken tegenkomt. Dat is net zo goed een indicatie van het niveau van het onderwijs in een land. Ik heb wel eens de indruk dat Nederlanders en Israeliers op dat gebied nog wel wat van elkaar kunnen leren.
Kortom, het is leuk om – zoals mijn Nederlandse zwager dat noemt – je bek maar een douw te geven en maar een eind in de ruimte te lullen, maar negatieve gevoelens ( en, ik weet het echt niet, misschien wel persoonlijke negatieve ervaringen ) vertroebelen soms het zicht op de werkelijkheid. Een van de dingen die mij altijd opvallen op Israelische scholen is dat ze er vaak zo armoedig uitzien. Hetzelfde geldt voor ziekenhuizen en klinieken hier. Toch heb ik vrijwel niets dan positieve ervaringen met ziekenzorg ( voor mezelf, onze kinderen, vrienden en kennissen ) in Israel, terwijl ik van mijn ouders, familieleden, vrienden en kennissen en Nederland na mijn emigratie heel veel verhalen heb gehoord over de verloedering van de ziekenzorg in Nederland.
Om de berichten in kranten en tijdschriften over dit of dat rapport op waarde te kunnen schatten moet je niet alleen weten hoe zulke rapporten tot stand komen, maar ook een idee hebben van de manier waarop persbureaus werken en van de wijze waarop de media gebruik maken van de berichten die die persbureaus verspreiden. Luiheid, gemakszucht en onbenul zijn hierbij nogal eens sleutelwoorden.
Ik heb nog nooit spijt gehad van mijn besluit om hier te komen wonen. Wat niet betekent dat ook ik hier soms niet gek word of me niet kapot erger ( al was het maar aan het gezeur over en de kritiek op Israel hier

). Als het om zeuren en klagen gaat kunnen Nederlanders en Israeliers elkaar de hand schudden, is mijn ervaring.
En nu nog even on item. Je kunt – waarschijnlijk via de ambassade, anders rechtstreeks bij het Israelische ministerie van Onderwijs - je diploma's laten waarderen. Ik betwijfel of HAVO gelijk staat aan een volledige bagrut ( einddiploma van het middelbaar onderwijs ), het lijkt me dat je sowieso mechina, psichometri en dat soort dingen zult moeten doen. Wat de toelatingseisen voor colleges ( mikhlalot; ik denk dat die het meeste overeenkomen met HBO-instellingen in Nederland ) zijn weet ik niet, maar de weg daar naar toe zal zo goed als zeker ook bestaan uit bagrut, psichometri en een aan persoonlijke behoeften aangepaste mechina ( voorbereidingsprogramma ). Succes ermee.